logo
 
zoek
    print
 
 

Piano-vioolduo Lili Kraus en Szymon Goldberg

In de kampen maakten de optredens van musici een diepe en blijvende indruk op degenen die erbij waren. Dat gold ook voor de concerten van het duo Lili Kraus (piano) en Szymon Goldberg (viool), die beiden ook als solisten wereldfaam hadden. Voor hun vertrek naar Nederlands-Indië in 1940 hadden ze een succesvol half jaar in Nederland achter de rug. In 1940 begonnen ze in Indië aan een wereldtournee, met de baszanger Doda Conrad, op uitnodiging van de Bond voor Nederlands-Indische Kunstkringen. Ze dachten in de herfst van 1941 hun wereldtournee te kunnen vervolgen en in Amerika te eindigen.

1940: eerste jaren in Nederlands-Indië

Twee weken voor de Duitse inval in Nederland zette concertpianiste Lili Kraus met haar gezin voet aan wal op Tandjoeng Priok, de haven van Batavia (het huidige Jakarta). Het was 24 april 1940. Ruim een maand daarvoor waren ze met de 'boottrein' vanuit Amsterdam naar Genua vertrokken, de gebruikelijke afvaart vanuit Nederland was door Duitse mijnen en onderzeeërs te onveilig geworden. Engeland was toen al in oorlog met Duitsland.

 
1942: oorlog en bezetting

In de kolonie werd intens meegeleefd met het bezette moederland. Maar het duurde niet lang voordat ook Nederlands-Indië in de oorlog betrokken raakte. Door de Japanse bezetting vanaf 8 maart 1942 konden Lii Kraus en Szymon Goldberg niet meer weg uit Indië. Uitstel was afstel geworden. Doda Conrad was net voor de bezetting vertrokken.

 
1943-1945: kampjaren Goldberg
Midden 1943 kwam een einde aan de bewegingsvrijheid van de families Kraus en Goldberg. Ze werden opgepakt en in verschillende kampen in en rond Batavia en Bandoeng geïnterneerd.
 
1943-1945: kampjaren Kraus, hereniging Kraus-Goldberg

Lili Kraus werd een paar dagen na haar concert op 26 juni 1943 in Batavia gearresteerd door de Kempei Tai, de Japanse Gestapo, in Batavia. Haar man Otto Mandl meldde zich om de plaats van zijn vrouw in te nemen, maar werd eveneens vastgezet. 

 
Einde oorlog en vervolg

Verpaupering en ontbering sloegen meer en meer toe. Rantsoenen bleven verslechteren en tropische ziekten en uitputting maakten dat nauwelijks nog energie restte. Het ging van ondervoeding naar uithongering, voor velen betekende het een afglijden in ziekte en dood. Apathie nam de plaats in van het emotionele leven. Zelfs Lili Kraus verloor de ‘spirit’ en liet de moed zakken. Muziek en andere opbeurende zaken waren er niet meer bij. Gevangenen teerden uitsluitend op hoopgevende geruchten en berichten.