"Dit betreft de betreurenswaardige benoeming van den Heer J. Wolters tot waarnemend Hoofd van de afdeeling Theater en Dans van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. [...] De opvattingen van den Heer Wolters zijn ons bekend van voor den oorlog, en worden door vrijwel niemand van ons gedeeld. In het schema van den Heer Wolters is geen plaats voor amusement zonder meer, en voor den lach om der wille van het lachen." (Bron:
NIOD,
archief DVK/102/185j)